Weifelend stond ik in de vroege ochtend van de Open Dag onder de Plataan op het plein. Durf ik het vandaag aan? Moet ik het wel doen? Ik had een ontmoeting met de boom voorbereid in de vorm van een mini Verwonderworkshop, maar ik twijfelde over de uitvoering. Vaste tijdstippen, zelf mee als begeleider of gewoon de opdracht meegeven en alles loslaten. Durfde ik het aan om het een ontmoeting te noemen? Hier met publiek dat mij niet kent, mij niet volgt op sociale media.
Daar onder de Plataan besloot ik te zien wat er zou gebeuren. Ik wilde mijn hart laten spreken. Ik liet los te bedenken wat anderen zouden gaan zeggen en zei lief tegen mezelf dat ik niets persoonlijk hoefde te voelen als ze zouden weigeren mee te doen. Ik voelde me enorm gesteund door de boom. Ik liet los wat er die dag zou gebeuren.
Nu achteraf realiseer ik me pas hoe vanzelfsprekend de dag verliep. Hoe ik mensen aansprak uit mezelf, hoe vloeiend mijn woorden stroomden als ik vertelde over mijn werk, de cursus en de liefde voor planten en bomen. Hoe ik geen spanning voelde. Ik was niet meer bang mensen te vragen een boom te ontmoeten. Ik deed daar niet meer wazig en onduidelijk over, maar noemde het gewoon een date. Ik legde kort uit wat de bedoeling was en liet ze achter onder het bladerdak van de boom.
Van Arne van der Ree die een muurschildering maakte bij de boom hoorde ik hoe serieus mensen de opdracht namen, hoe ze de tijd namen te voelen, een bijnaam uit hun pen lieten vloeien en met liefde hun ‘ontmoeting’ ophingen in de laaghangende takken. Ik zag het in hun glimmende ogen als ze terugkwamen om het schrijfplankje terug te brengen, ik hoorde het in hun enigszins verbaasde antwoord als ik vroeg hoe het was en ik las het aan het einde van de dag op de vele liefdevol achtergelaten briefjes: deze ontmoeting had mensen geraakt en ontroerd.
En ik moest er van huilen. Van blijdschap om de liefde die er was en de trots die ik voelde omdat ik had leren loslaten. Dank je lieve Plataan, je bent voor mij een ware Hoeder van de transformatie.