Waarom grijs, vroeg pas iemand aan mij. Ze had het over mijn fascinatie voor grijs in deze tijd van het jaar. Schoorvoetend gaf ik eerlijk antwoord: “uit frustratie”. De irritatie die ik voelde als ik verhalen las over winterdips, Blue Monday en de symboliek van de winter en seizoenen. Ik wilde een tegenhanger laten zien. De andere kant van alles wat ‘de anderen’ vertelden, beweerden en lieten zien en er nog succesvol mee waren ook. Daarom verzon ik tijdens een grijze, regenachtige dag The Beauty of Grey. ‘De wereld’ moest weten dat er nog meer was dan de door de media gehypete depressieve stiltemaand.
Ik hoopte stiekem dat mijn irritatie zou verdwijnen. Het tegendeel gebeurde. Het borrelde en broeide in mij tot ik zo woest was dat het niet veel scheelde of je had in plaats van deze tekst een video gezien met een emotioneel betoog met mijn vinger wijzend naar anderen. Echt, zo hoog liep het op. Ik liet mijn oververhitte emoties echter ontsnappen via mijn dictafoon en notitieboek. Boze flarden, vloeken en getier liet ik wegstromen in de veilige opslag van mijn mobiele telefoon.
Ook zocht ik bewust de rivier op om mijn soms overkokende hoofd rust te gunnen. Daar trof ik de Wilg. Haar bladeren lagen als een kleed op de aarde. Ik viel als een blok voor het zachte vergrijsde bruin. De bladeren waren nat en smoezelig, maar ik kon mijn ogen er niet van afhouden. Ik ontdekte hoe ze afdrukken op elkaar achterlieten als ik ze van elkaar los maakte. Elke wandeling zag ik de bladeren veranderen. Het grijs verzachtte en verteerde tot alleen het skelet van nerven overbleef. De een wat sneller dan de ander. In deze smeltkroes zag ik het jonge blad van Fluitenkruid en vond Robertskruid al een plekje. Ik verzamelde de bladeren, legde het thuis tussen een stel oude boeken en verwerkte ze in mijn herbarium. Ik bleef me verwonderen en schreef mijn notitieboekje vol. Langzaam begon ik het te snappen.
Verhalen en symboliek vertellen we elkaar al eeuwenlang. Ze zijn gekoppeld aan wat we zien, wat we voelen en hoe we dat spiegelen, maar altijd in een culturele context. Vaak neemt een verhaal de overhand door de heersende macht en de omstandigheden. Als we elkaar maar vaak genoeg hetzelfde vertellen, gaan we het zien als de waarheid... en ik geloof niet in dé waarheid. Ik probeer meer kanten te zoeken, maar bovenal zoek ik de spiegel voor mezelf. Waarom raakt iets me? Waarom raakte ik nu dus zo geïrriteerd door de verhalen over winterdips en de symboliek van de winter?
Was het omdat ik ook graag in het middelpunt van de belangstelling wilde staan door mijn gedachten te presenteren als een vaststaand feit? Of omdat ik teveel vasthoud aan anderen willen veranderen door te zeggen hoe ze het anders kunnen zien. Au, dat laatste deed pijn. Maar de druk was gelijk van de ketel.
We bouwen op elkaars verhalen, laten afdrukken na, laten ons inspireren, irriteren ons (yup, dat was ik), voegen onze waarheden toe of zetten gedachtes in een nieuw jasje. Het is een uitdaging alles te blijven bevragen, zelf te onderzoeken. Verhalen vormen ons, verhalen hebben mij gevormd tot wie ik ben en hoe ik tegen de wereld aankijk. Ze reizen als een spiegel een tijdje met me mee tot ik iets nieuws ontdek aan wat ik altijd zag als de waarheid. Soms ontdekte ik het zelf, soms was het fijn om een gedachte van een ander over te nemen. Het is als de grijze wilgenbladeren op de grond. Ze vallen, ze versmelten, beïnvloeden elkaar, maar uiteindelijk vergrijzen en verteren ze tot een voedingsrijke laag waar iets nieuws uit ontstaat.
Ik realiseerde me dat ook ik mag vertellen, want wie weet is mijn gedachtenreis een inspiratiebron voor een ander. Maar ik mag loslaten wat er mee gebeurt, want dat is grijs gebied. Ondertussen ging mijn frustratie op in het spectrum van grijs. Het verzachte, vervaagde en verteerde. En ik realiseerde me:
Alles valt.
Alles vergrijst.
Alles verteert.
Alle verhalen die we elkaar vertellen smelten samen in een spectrum van grijs.
Waar we niets anders vinden dan liefde en verdraagzaamheid.
Reactie plaatsen
Reacties